Elk voordeel heb z’n nadeel
Voor de meesten onder jullie zal het geen verassing zijn dat ik het leuk vind om met aerodynamica bezig te zijn.
Hoe kun je met zo min mogelijk vermogen zo snel mogelijk gaan.
Sinds ik me ben bezig gaan houden met aerotesten heb ik voor mezelf ook maar een tijdritfiets in elkaar gespijkerd. Er waren te veel dingen die ik wilde testen, dus vond het nodig om een TT fiets bij elkaar te scharrelen. Ondertussen is dat hopeloos uit de hand gelopen, tot wanhoop van mijn vrouw omdat ik elke keer iets nieuws had en hele dagen in de garage zat. Nieuwe extensions die sneller zouden moeten zijn en toch maar elektronisch schakelen erop, met eigen gemaakte shifters omdat ik perse de kabels door mijn frame wilde trekken (en ze dus zelf moest maken).
Nu even terug naar het punt wat ik wil maken: deze winter heb ik met de nieuwe extensions een test gedaan. Smaller is sneller. Oftewel: handen en ellebogen naar elkaar toe en je rijdt harder. Dit heeft simpelweg te maken met het letterlijk “door de lucht heen snijden”. Als je de handen en ellebogen tegen elkaar houdt snijd je beter door de lucht heen en geeft dat dus minder weerstand. Er is echter 1 probleem: het is niet makkelijk om met de ellebogen tegen elkaar te blijven liggen. Het is erg oncomfortabel omdat je de schouders uitrekt. Gelukkig heeft ons lichaam daar een mooi trucje voor uitgevonden: aanpassingsvermogen.
Een lichaam is erg goed aanpasbaar aan de belasting die gesteld wordt. Dat is de reden dat je veel in TT houding moet trainen om er goed in te zijn. Als je dat nooit doet kent jouw lichaam dat niet en zul je jouw vermogen er ook niet in kwijt kunnen.
Kortom: Voor de winter heb ik met de nieuwe extensions mijn ellebogen tegen elkaar geduwd. Heel de winter door heb ik elke training die ik op de Tacx deed (al snel 2x per week minimaal) op de TT fiets gedaan om die houding gewend te blijven, maar ook mijn schouders er aan te laten wennen. Het werkte wel, want na een maandje kon ik prima in die houding blijven liggen op de Tacx en tegen het einde van de winter voelde het zelfs niet meer oncomfortabel aan.
Nu met heel dat Corona gebeuren is er genoeg tijd om te testen, doelen zijn er toch niet. De eerste ritten buiten merkte ik wel dat het echt wel lastig is om zo smal te rijden omdat het sturen veel lastiger is. Je hebt wat minder controle over de fiets. Maar goed, ook dat is wennen. Toen de tijdritfiets net uitgevonden was door Greg LeMond in ’89 lagen de renners misschien 50% van de tijd in de beugels. Tegenwoordig is dat ongeveer 98%, wat komt omdat we er op trainen. Deze breedte zou ik dus ook aan moeten kunnen wennen.
Nu de grote test: is het ook echt sneller? Ik heb een eerste test gedaan met mijn aerotest apparatuur om het effect te zien. Wat bleek? Ik heb geen concreet verschil kunnen meten tussen smal en iets wijder (4cm breder in totaal). Dat betekent dat het verschil onder de 4-5 watt ligt. Die dag stond er nog vrij veel wind om een test te doen die meer betrouwbaar is dan 4-5 watt. Als ik 1 houding moest aanduiden die iets sneller zou zijn, is dat zelfs de houding met de armsteunen breder. How come? Ik merk dat ik mijn hoofd meer naar beneden kan trekken als ik iets meer ruimte heb met de ellebogen. “Elk voordeel heb z’n nadeel” zei een wijs man ooit. Uiteindelijk is aerodynamica een spelletje van het hele lichaam. En als een wijziging op 1 vlak de aerodynamica van het andere gedeelte in de weg zit dan moet je goed uitzoeken wat dan in totaal het snelste is. In dit geval ga ik dit binnenkort nogmaals uitzoeken. Ik wil nog iets veranderen aan de houding en daarna de breedte nog eens een keer goed uittesten.